Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Doch van de priesteren waren er [58]te weinig, en zij konden al den brandofferen de huid niet aftrekken; daarom [59]hielpen hen hun broederen, de Levieten, totdat het werk geeindigd was, en totdat de [andere] priesters zich [60]geheiligd hadden; want de Levieten waren [61]rechter van hart, om zich te heiligen, dan de priesteren. 58. Te weten, om al die offeranden te bereiden, dat is, te slachten, de huid af te trekken, in stukken te delen. Hetwelk eigenlijk was het werk der priesters, Lev.1:5,6, hoewel daarin gebruikt mocht worden de dienst der Levieten, die den priesters tot hulp bijgevoegd waren. 59. Hebreeuws, sterkten. 60. Zie boven, vs.5. 61. Zie Ps.7:11.